Nieuws

Met de neus weer in het grote spelregelboek

Afgelopen maand floot ik een wedstrijd van Rohda A4. Ik floot wel lekker ontspannen in de wetenschap dat onze kritische scout Henk Bekman even niet langs de lijn stond. Want Henk is tijdens zijn werk als installatiemonteur nogal dramatisch met ladder en al acht meter naar beneden gevallen. Tien ribben gebroken en onder de blauwe plekken. Hij heeft geluk gehad. Henk zit nu weer thuis en we wensen hem sterkte met de revalidatie.

In het secretariaat is het die zaterdagmiddag wel opvallend rustig, net als zondags in de rug van Kick Maatman. Zoals u waarschijnlijk weet, houdt Henk elke zaterdag de scheidsrechters scherp door ze te beoordelen op looplijnen, crisisbestendigheid en zelfs de kleur van hun shirt. Wekelijks hangt een top tien lijst van best presterende fluiters op het prikbord.

Maar nu Henk er niet is zie je de mensen even verslappen. Zo ook ikzelf!

Column_colored

In de rust van de genoemde wedstrijd kwam immers de coach van de tegenstander naar me toe. “Heb jij de spelregels veranderd?” Ik wist niet wat hij bedoelde. “Mogen de keepers bij Rohda Raalte nu plotseling de bal in handen pakken als er wordt ingegooid naar de eigen keeper?” Ik legde hem uit dat een terugspeelbal met knieën en voeten verboden is, maar dat het met de lichaamsdelen daarboven wel mag. “Ik denk het niet”, zei de man. “Weet je dat wel zeker”, vroeg ik enigszins uit de hoogte. Ik hoopte hem aan het twijfelen te brengen, maar het tegenovergestelde gebeurde dus. Hij schudde meewarig zijn hoofd en ik wist het eigenlijk niet meer zo zeker.

Eenmaal thuis zocht ik meteen de spelregelsite van de KNVB en zag al snel dat de man gelijk had. Weer wat geleerd. Het gebeurt nogal eens dat mensen de spelregels niet weten. Ik heb even een paar discussieregels op een rijtje gezet:

Met een doeltrap kan je niet buitenspel staan. Bij een ingooi kun je niet buitenspel staan. De bal moet bij een corner in het driehoekje liggen en niet tien centimeter erbuiten, zoals de meesten tegenwoordig doen. Bij de aftrap moet je de bal naar voren spelen en niet naar achteren. Bij sommige wedstrijden heb ik dat wel vijf keer gecorrigeerd en nog gaat het tikkie weer naar achteren. Als de speeltijd voorbij is blaast de scheidsrechter af. “Maar scheids, we zijn nog in de aanval, dan mag je toch niet affluiten!” Toch wel jongeman. Zelfs als de bal onderweg naar het doel is en het een zeker doelpunt lijkt te worden mag ik af fluiten vóór de bal de doellijn gepasseerd is. Tijd is tijd. De rust duurt maximaal vijftien minuten, ongeacht hoe ver je moet lopen naar de kleedkamer. Maar goed. Sommige spelregels en situaties zijn verschillend te interpreteren en roepen discussie op en dat houdt voetbal levend.

Ik zal de komende weken de voetbalwetten eens wat vaker raadplegen en oefenen met de spuitbus met de zelf-oplossende lijn – is dat niet gewoon scheerschuim van de Hema? – zodat ik weer scherp ben als Henk terug komt.

Dat wordt uiteraard wel pas komend seizoen.

Deze column is geschreven door Gerard Oosterlaar en verscheen eerder in De Bult.

Voor jou geselecteerd

Naar boven