Nieuws

Al vijftig jaar lang een veteranenelftal bij Rohda

Zaterdag 17 mei aanstaande vieren de Rohda-veteranen hun vijftigjarig bestaan. Dit betekent feest en een reünie voor alle leden die ooit bij de veteranen hebben gespeeld. Wij lezen in ons archief dat op 9 september 1964 de oprichtingsvergadering werd gehouden bij De Leeren Lampe.

Tijdens die illustere avond werden beide initiatiefnemers Theo Lichtenberg en Frans Roescher tevens gekozen in het veteranenbestuur. Theo werd onze eerste voorzitter en eveneens secretaris; Frans kreeg de penningen toebedeeld. Als we de ledenlijst van nu erbij nemen zien we dat Tonny Paalman de oudste is die bij deze oprichtingsvergadering aanwezig was en zich destijds spontaan aanmeldde als actief veteranenlid. Voor de redactie van De Bult een reden om contact te zoeken met deze nu 86-jarige Tonny, geboren en getogen in de Brugstraat.

Kan niet misgaan. De geestelijk adviseur is er bij.

Voor de afspraak is hij keurig op tijd: “Dat ben ik zo gewend”, zegt de man die ongeveer 45 jaar als timmerman, metselaar, voorman en uitvoerder bij het bouwbedrijf van de gebroeders Meijer heeft gewerkt.

We gaan even terug naar de oprichtingsvergadering, die Tonny zich nog goed zegt te kunnen herinneren. “Er was toen sprake van veel enthousiasme en gretigheid om te starten. Het was dan ook niet echt moeilijk om één veteranen-team op de been te krijgen. Met name meldden zich oud eerste elftalspelers. Aanvankelijk uitsluitend trainen, want veteranen-tegenstanders waren er nog niet of bijna niet te vinden.”

Het tweede jaar kon er al wel in competitieverband worden gespeeld. “De tegenstanders hebben het geweten want ieder jaar werd dit Rohda-veteranenteam, destijds het vijfde, kampioen. Jaarlijks werden er minimaal honderd doelpunten gescoord en bleef onze keeper de meeste keren werkloos. Er is erg veel over de veteranen geschreven, want als je iemand als Jan Beldhuis en later Geert Meijer in je team hebt, is geen voorval onbeschreven gebleven.”

Tonny Paalman, rechtsbenig en op veel plekken uit de voeten, was een speler die niet snel op de voorgrond treedt. Tonny komt uit een groot gezin van twaalf kinderen en iedereen daaruit was sportief. De oorlogsperiode 1940-1945 was voor de familie van grote invloed. Je kon je niet naar genoegen ontplooien en de bevrijding bood vervolgens veel kansen en mogelijkheden. De Paalman-jongens gingen bij de voetbal en de meisjes gingen handballen. Zo ook de dames-Paalman, die daarnaast de schaatssport goed verstonden. Joke Paalman, de partner van Wim Tutert, kon destijds als de schaatskampioene van de regio worden gezien.

Tonny was aanvankelijk speler van Rohda 2 en 3. Twee keer mocht hij opdraven op het hoogste niveau. Hij blikt op die jaren bij Rohda terug en herinnert zich de keren dat zijn team, op twee ploeggenoten na, bij uitwedstrijden in één auto kon met Harry Spijker als chauffeur. “De twee die niet in de auto pasten, reden met de motor achter de auto aan. Bernard Reinders ’Mega’ was de chauffeur van de motor en bij toerbeurt moest iemand bij hem achterop zitten. En dat was vaak de speler die het slechtst gespeeld had.” Ook herinnert Tonny zich dat er eens een speler uitviel en de scheidsrechter absoluut wilde dat er iemand van Rohda ging vlaggen. Chauffeur Harry Spijker – die nog nooit gevoetbald had en al zeker niet gevlagd – werd benaderd, maar sputterde vreselijk tegen. “Harry zei beslist niet te weten wanneer hij de vlag op moest steken, waarop aanvoerder Hein Habers zei: ‘dat hoeft ook niet, dat zullen wij jou wel vertellen.’”

“Ja, ja,” zegt Tonny, “wij moesten ons vroeger vaak na de wedstrijd wat afspoelen in een zinken emmer of teil, gevuld met steenkoud water en dan ook nog achter op die motor! Nou het was me wat.” Maar Tonny was niet verwend, groot gezin, oorlogsjaren en gewoon aanpakken, niet zeuren. Zoals gezegd ging Tonny in 1964 bij de Rohda-veteranen spelen. Na vijf jaar veteranenvoetbal stopte hij op 47-jarige leeftijd. Hij is dan echter nog niet verloren voor Rohda Raalte. Integendeel zelfs. Er is bij Rohda altijd veel gebouwd waarbij ook Tonny betrokken was. Van zijn kunde en vaardigheid is veel en graag gebruik gemaakt. Ook in die jaren dat onze Rohdaleden de Stoppelhaene-tent bemanden, was Tonny samen met anderen de opbouwer van de keuken. Nog altijd zien wij Tonny op de zaterdagmiddag bij de jeugd en zondags is hij een vaste supporter tijdens de thuiswedstrijden van ons eerste en of tweede team. Het lopen vanaf de fietsenstalling naar de kunstgrasvelden wordt jaarlijks wel een grotere opgave voor de nu 86-jarige, maar regels zijn regels: “Ik mag en ga er niet naar toe fietsen.” Maar hij merkt op dat hij steeds vaker de ouderen en leeftijdgenoten rondom de Rohdavelden mist. Zo noemt hij Wim Koerhuis de Pette, Jan Schiller en Antoon van Dartel. “Jammer dat zij er niet meer zijn”, aldus Tonny.

Een andere grote hobby van Tonny was tennissen. Jarenlang speelde hij zijn wedstrijden en heeft dat tot op hoge leeftijd vol mogen houden. En het kijken naar handbal mag hij ook graag doen. Dochter Diane, schoondochter Monique, zoon René en nu ook de kleinkinderen hebben er voor gezorgd dat Tonny elke zaterdagavond te vinden was in de sporthal om de handbalwedstrijden te volgen. Hij geniet erg van dat spelletje.

Door de week kun je Tonny vaak op de Sallandse rijwielpaden vinden. Hij fietst er wat van af, want een rondje van 35 kilometer per dag vindt hij heel normaal. Tonny is echt een doe-mens. Nooit leider of trainer geweest, maar hij beoefende de sport liever zelf.

Afsluitend zegt de altijd rustige Tonny: “Maak het niet te gek, want ik ben zeker niet de enige die Rohda een prima cluppie vindt.” Hij is dan ook zeker van de partij op 17 mei tijdens het veteranenfeest van Rohda Raalte.

Voor jou geselecteerd

Naar boven