Nieuws

Uitgangspunten opstarten seizoen Rohda Raalte

En dan ben je ineens trainer / coach / leider bij een team van Rohda Raalte. De technische zaken, zoals trainingsvormen, zal elke week met je worden gedeeld. Over de organisatorische zaken zal je ook worden geïnformeerd. Maar welke afspraken maak je met je team, wat is handig om te doen en wat is de visie van Rohda Raalte hoe je een team moet coachen? Hoe haal ik nou het beste uit alle jongens en meiden in een team? Wij van Team AVI (Aandacht voor Iedereen), het pedagogische ondersteuningsteam van Rohda Raalte, bestaat sinds twee jaar en hebben een beleidsplan geschreven met uitgangspunten. Hieronder hebben we de kern van dit beleidsplan uiteengezet met DE belangrijkste tips die je kan ondersteunen bij de
de start van het seizoen of als je ergens niet uitkomt. We helpen je bij het scheppen van een veilig en positief sportklimaat. Zo kunnen alle pupillen en junioren zich met hopelijk veel plezier ontwikkelen in hun voetbalskills. Als plezier voorop staat, dan volgt de ontwikkeling vanzelf.

Vanuit ons geschreven beleidsplan gaan we uit van S.O.A.P. (Structuur, Ouders, Aandacht en Positief)

Structuur (duidelijkheid en het goede voorbeeld)

Start seizoen

  • Spreek groepsregels af met elkaar, het liefst 5 korte, maar bondige regels, met duidelijke verwachtingen en consequenties. Leg uit waarom deze van belang zijn. Laat het team zelf ook één of twee regels bedenken. Hiermee maak je ze zelf verantwoordelijk (ook kinderen van 8 jaar kunnen samen iets bedenken)

– Afspreken –

  • Structuur bieden in de trainingen en wedstrijden. Wees duidelijk en consequent.

-Uitspreken-

  • Betrek ouders over de omgang in het team.
    Durf ook aan te spreken indien nodig en geef natuurlijk zelf het goede voorbeeld.
    (op tijd zijn, respect voor de scheidsrechter en tegenpartij)

– Aanspreken –

Ouders

  • Betrek ouders aan de start van het jaar met een ouderbijeenkomst. Een powerpoint met onderwerpen kan Rohda aanleveren.
  • Samen met ouders medeverantwoordelijk voor het proces binnen een team.
  • Praktisch en informeel contact kan via de app. Geen discussies via de app. Wees duidelijk in wat je van ouders verwacht.
  • Bellen en korte lijntjes indien nodig. Vraag telefonisch advies, zij zijn ervaringsdeskundigen bij eventueel ‘lastig’ gedrag van hun zoon of dochter.
  • Zit op één lijn met ouders, dit gaat echt het vlotst.
  • De coach / leider coacht het team tijdens wedstrijden. Ouders moedigen aan.

Aandacht (individuele aandacht en eigen verantwoordelijkheid)

  • Begroet iedereen en maak contactmomenten met het team.
  • Investeer in het contact met de individuele teamleden, dit maakt dat je makkelijker kan bijsturen.
  • Kijk of er specifieke coaching behoeftes zijn voor het team of een individuele speler zijn.
  • Geef vooral de jonge spelers nooit meerdere aanwijzingen, dit kan nog niet worden overzien.
  • Geef aanwijzingen tussentijds en niet gedurende het spel. Afwisselingen in spelen en coachen geeft op die manier duidelijkheid en structuur.
  • Benoem wat gezien wordt en wat anders/beter kan, zoveel gericht op het hele team (niet een individu/’schuldige’).

Positief (positief stimuleren)

  • Stel vragen in rustmomenten. Met vragen worden ze meer eigenaar van het oefenen.
  • Coach positief 70%/30% aanwijzingen.
  • Focus vooral op degene die wel voldoen aan de verwachtingen
  • Stuur het groepsproces met complimenten
  • “Ik zie ……gebeuren, wat kan hier een volgende keer beter?”
    “Hoe kunnen we dit samen beter gaan doen? “

Andere tips bij het tegen van trainingen:

  1. Goede voorbereiding, zorg dat je duidelijk hebt wat je wilt gaan doen en wat nodig is.
  2. Vaste start en vaste eindplek. Wees consequent in je training, gebruik een vaste volgorde, dit wordt een gewenning. En voorkomt op die manier veel onrust.
  3. Korte en bondige uitleg aan de hand van ‘Geef me de vijf’. Dit zorgt voor duidelijkheid en structuur bij de oefeningen. Denk ook na over wat daarna….
  4. Een trainingsoefening vraagt een plaatje (voorbeeld), praatje (uitleg) en daadje (doe het voor of laat iemand het voor doen). Hierna start oefening.
  5. Veel actie, weinig wachtrijen. Iedereen moet vooral bewegen. Zet extra opdrachten uit als de wachttijd te lang wordt of zet de oefening twee keer uit.
  6. Geef training met twee trainers. Op die manier kan je de groep in tweeën splitsen, waardoor je makkelijker kan sturen en aandacht kan geven.

Mochten er toch nog vragen zijn of loop je vast met het begeleiden van een team of een enkele pupil, dan kijken en denken wij als Team AVI graag mee. Spreek ons gerust aan of mail naar: avi@rohdaraalte.nl

TEAM AVI:

  • Peter lorkeers
  • Sander Eijkelkamp
  • Willem Boes
  • Raymond Schrijver
  • Rianne Elsman
  • Paul Schrijver

Voor jou geselecteerd

Naar boven